SV | Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, in de negende maand, [dat] zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen, allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te Jeruzalem kwamen. |
WLC | וַיְהִ֣י בַשָּׁנָ֣ה הַ֠חֲמִשִׁית לִיהֹויָקִ֨ים בֶּן־יֹאשִׁיָּ֤הוּ מֶֽלֶךְ־יְהוּדָה֙ בַּחֹ֣דֶשׁ הַתְּשִׁעִ֔י קָרְא֨וּ צֹ֜ום לִפְנֵ֧י יְהוָ֛ה כָּל־הָעָ֖ם בִּירֽוּשָׁלִָ֑ם וְכָל־הָעָ֗ם הַבָּאִ֛ים מֵעָרֵ֥י יְהוּדָ֖ה בִּירוּשָׁלִָֽם׃ |
Trans. | wayəhî ḇaššānâ haḥămišîṯ lîhwōyāqîm ben-yō’šîyâû meleḵə-yəhûḏâ baḥōḏeš hatəši‘î qārə’û ṣwōm lifənê JHWH kāl-hā‘ām bîrûšālāim wəḵāl-hā‘ām habā’îm mē‘ārê yəhûḏâ bîrûšālāim: |
Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, in de negende maand, [dat] zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen, allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te Jeruzalem kwamen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, in de negende maand, [dat] zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen, allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te Jeruzalem kwamen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!